Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·na·de·brood
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord genadebrood
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het genadebroodo

  1. (figuurlijk) het kleine beetje wat de verliezer wordt gegund door de overwinnaar
     Samsom verloor nipt, moest genadebrood eten bij de VVD en alle PvdA-stemmers konden vier jaar knarsetandend toekijken hoe ze Ruttes beleid gingen uitvoeren.[2]
     Hoewel de Fransen nu weinig anders kunnen dan Duits genadebrood eten, zijn ze er goed in om van hun zwakte een kracht te maken. Franse ideeën over de toekomst van Europa zullen nooit van tafel zijn. Het is maar dat Mark Rutte het weet.[3]
Vertalingen

Gangbaarheid

73 % van de Nederlanders;
60 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “PVV'ers. Zijn. Geen. Boze. Mensen.” (19-02-2017), Tubantia
  3.   Weblink bron “Het belang van Frankrijk” (25/11/2011), HP de Tijd
  4.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be