gemijterd
- ge·mij·terd
- pseudodeelwoord afgeleid van mijter zn met het omvoegsel ge- -d
- vervoeging van mijteren: de stam met omvoegsel ge- -d
stellend | |
---|---|
onverbogen | gemijterd |
verbogen | gemijterde |
partitief | gemijterds |
gemijterd
- met een mijter op, een mijter dragend
- Een gemijterde kardinaal droeg de mis voor.
vervoeging van: | mijteren… |
verbogen vorm: | gemijterde |
gemijterd
- voltooid deelwoord van mijteren
- Het woord gemijterd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "gemijterd" herkend door:
66 % | van de Nederlanders; |
69 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be