• ge·meen·te·werf
enkelvoud meervoud
naamwoord gemeentewerf gemeentewerven
verkleinwoord

de gemeentewerfv / m

  1. plaats waar bewoners van een stad afvalstoffen gescheiden kunnen inleveren
     De auto was eigendom van de gemeente Nijkerk en stond in de buurt van de gemeentewerf. Na de diefstal ging de man ervandoor en op zijn vlucht negeerde hij de spoorbomen die omlaag waren vanwege de naderende trein. Die botste op de achterkant van de auto en de aanhanger.[2]
     De Limburgers willen de slotjes graag hebben omdat ze het zonde vinden dat die nu liggen opgeslagen op een gemeentewerf in Parijs. Wethouder Satijn zou het jammer vinden als de slotjes in de vergetelheid raken: "Wij vinden het belangrijk om de liefde in de armen te sluiten."[3]
     De bouwkavels zijn gemaaid en vervolgens afgegraven om zoveel mogelijk kakkerlakken te vernietigen. De insecten zijn met grond en al in een gesloten container afgevoerd naar de gemeentewerf en zullen nader onderzocht worden.[4]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Trein ramt autodief: aanhanger kapot, dief niet gewond” (Donderdag 23 juli 2015, 10:08), NOS
  3.   Weblink bron “Venlo verklaart de liefde aan Parijse slotjes” (Vrijdag 5 juni 2015, 18:32), NOS
  4.   Weblink bron “'Kakkerlakken zijn Argentijns'” (Maandag 20 augustus 2012, 16:32), NOS