geloofsstuk

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  geloofsstuk    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• ge·loofs·stuk

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  geloof zn  en  stuk zn  met het invoegsel -s- 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	geloofsstuk	geloofsstukken
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het geloofsstuk o

1. (religie) belangrijke grondstelling van een religie

Synoniemen

• geloofsregel, geloofsartikel

Verwante begrippen

• geloofsbelijdenis

Gangbaarheid

• Het woord geloofsstuk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.