geloofbaar
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: geloofbaar (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ge·loof·baar
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van geloven met het achtervoegsel -baar
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | geloofbaar | geloofbaarder | geloofbaarst |
verbogen | geloofbare | geloofbaardere | geloofbaarste |
partitief | geloofbaars | geloofbaarders | - |
Bijvoeglijk naamwoord
geloofbaar
- te geloven, iets voor waar kunnen aannemen zonder afdoende bewijzen
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord geloofbaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.