Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·lei·sui·ker
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord geleisuiker geleisuikers
verkleinwoord geleisuikertje geleisuikertjes

Zelfstandig naamwoord

de geleisuikerm

  1. kristalsuiker met pectine en citroenzuur voor het conserveren van vruchten, om zo jams en dergelijke te maken

Gangbaarheid

Meer informatie