gelegenheidsspits

  • ge·le·gen·heids·spits
enkelvoud meervoud
naamwoord gelegenheidsspits gelegenheidsspitsen
verkleinwoord gelegenheidsspitsje gelegenheidsspitsjes

de gelegenheidsspitsv / m

  1. (sport) iemand die voor één keer in de voorhoede van een team speelt