Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • geld·stroom
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord geldstroom geldstromen
verkleinwoord geldstroompje geldstroompjes

Zelfstandig naamwoord

de geldstroomm

  1. (economie) het gaan van geld van de ene naar de andere (rechts)persoon of organisatie
    • De wetenschap in Nederland wordt betaald uit drie geldstromen het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek en de derde geldstroom komt van bedrijven en andere Ministeries. 

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be