gelagerd
- ge·la·gerd
- Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘voorzien van kogellagers’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1944 [1] [2]
vervoeging van: | lageren… |
verbogen vorm: | gelagerde |
gelagerd
- voltooid deelwoord van lageren
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | gelagerd | gelagerder | gelagerdst |
verbogen | gelagerde | gelagerdere | gelagerdste |
partitief | gelagerds | gelagerders | - |
gelagerd [3]
- voorzien van kogellagers
- Het woord gelagerd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "gelagerd" herkend door:
80 % | van de Nederlanders; |
64 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ "gelagerd" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ gelagerd op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be