lageren
- la·ge·ren
- afleiding van lager
lageren [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
lageren |
lagerde |
gelagerd |
zwak -d | volledig |
- aanbrengen van lagers zodat een wiel soepeler loopt
- in vaten te rijpen leggen van bepaalde etens- of drinkwaren
- Het woord 'lageren' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "lageren" herkend door:
70 % | van de Nederlanders; |
54 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be