Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·kookt
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van: koken…
verbogen vorm: gekookte

gekookt

  1. voltooid deelwoord van koken
     Er werd pap gekookt boven het houtvuur en een broodje voor de lunch bereid.[1]
stellend
onverbogen gekookt
verbogen gekookte
partitief gekookts

Bijvoeglijk naamwoord

gekookt

  1. (kookkunst) als voedsel verhit is geweest door kokend water
    • Wij eten vandaag gekookte aardappelen, morgen eten we gebakken aardappelen en in het weekend gefrituurde aardappelen. 
Antoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers