Nederlands

 
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • gei·ten·ruit
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord geitenruit geitenruiten
verkleinwoord geitenruitje geitenruitjes

Zelfstandig naamwoord

de geitenruitv / m

  1. (bloemplanten) Galega officinalis   een meerjarige, kruidachtige plant die behoort tot de vlinderbloemenfamilie (Leguminosae of Fabaceae) en de onderfamilie Papilionoideae  . De soort komt van nature voor in het Midden-Oosten en is van daaruit verspreid naar Europa, West-Azié en West-Pakistan
Hyperoniemen


Gangbaarheid

Meer informatie