gehoorschade
- ge·hoor·scha·de
- samenstelling van gehoor en schade
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gehoorschade | gehoorschades gehoorschaden |
verkleinwoord | - | - |
- (medisch) verslechtering of verstoring van het gehoor bijv. door te lange blootstelling aan hard geluid
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord gehoorschade staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.