gehoorprobleem
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ge·hoor·pro·bleem
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van gehoor en probleem
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gehoorprobleem | gehoorproblemen |
verkleinwoord | gehoorprobleempje | gehoorprobleempjes |
Zelfstandig naamwoord
het gehoorprobleem o
- een beschadiging aan het gehoor waardoor men niet goed meer kan horen
- Het gehoorprobleem, zo stelde de dokter vast, zal blijvend zijn.
Vertalingen
1. een beschadiging aan het gehoor waardoor men niet goed meer kan horen
Gangbaarheid
- Het woord gehoorprobleem staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.