geelkeelboomtimalia

Nederlands

Geelkeelboomtimalia (afbeelding uit 1878 door Joseph Smit)

Uitspraak

• Geluid:  geelkeelboomtimalia    (hulp, bestand)

• (IPA in voorbereiding)

Woordafbreking

• geel·keel·boom·ti·ma·lia

Woordherkomst en -opbouw

• samenstellende samenstelling van  geel bn,   keel zn  en  boomtimalia zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	geelkeelboomtimalia	geelkeelboomtimalia's
verkleinwoord	geelkeelboomtimaliaatje	geelkeelboomtimaliaatjes

Zelfstandig naamwoord

geelkeelboomtimalia

1. (zangvogels) Sterrhoptilus capitalis  een vogelsoort uit de familie van de Zosteropidae  (brilvogels). De geelkeelboomtimalia komt alleen voor in de Filipijnen. Van de geelkeelboomtimalia zijn de volgende ondersoorten bekend

Hyperoniemen

• brilvogels, zangvogels, vogels, viervoeters, gewervelden, chordadieren, dieren

Gangbaarheid

• Het woord 'geelkeelboomtimalia' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.