boomtimalia
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: boomtimalia (hulp, bestand)
Woordafbreking
- boom·ti·ma·lia
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van boom en timalia zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | boomtimalia | boomtimalia's |
verkleinwoord | boomtimaliaatje | boomtimaliaatjes |
Zelfstandig naamwoord
boomtimalia
- (zangvogels) een zangvogel uit de familie Timaliidae (timalia's)
Hyponiemen
|
Gangbaarheid
- Het woord 'boomtimalia' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.