Nederlands

 
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • geel·brauw·gors
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord geelbrauwgors geelbrauwgorzen
verkleinwoord geelbrauwgorsje geelbrauwgorsjes

Zelfstandig naamwoord

de geelbrauwgorsv / m

  1. (zangvogels) Emberiza chrysophrys   een zangvogel uit de familie van gorzen (Emberizidae). Deze trekvogel broedt in Oost-Siberië in de taiga en legt vier eieren in een boomnest. Hij overwintert in Midden- en Zuid-China. Het is een zeer zeldzame zwerver in Europa
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie