geel kijkgaatje
- (IPA in voorbereiding)
- geel kijk·gaat·je
- verbinding van geel en kijkgaatje
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ||
verkleinwoord | geel kijkgaatje | gele kijkgaatjes |
het geel kijkgaatje o dim. tant.
- (vlinders) Monopis obviella een vlinder uit de familie Tineidae, de echte motten. De imago wordt wel verward met die van het crème kijkgaatje (Monopis crocicapitella), dat echter een lichter gekleurde achtervleugel heeft. De spanwijdte van de vlinder bedraagt tussen de 10 en 13 millimeter. De soort komt verspreid voor over Europa
- Het woord 'geel kijkgaatje' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.