Nederlands

 
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • geel kijk·gaat·je
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord
verkleinwoord geel kijkgaatje gele kijkgaatjes

Zelfstandig naamwoord

het geel kijkgaatjeo dim. tant.

  1. (vlinders) Monopis obviella   een vlinder uit de familie Tineidae, de echte motten. De imago wordt wel verward met die van het crème kijkgaatje (Monopis crocicapitella), dat echter een lichter gekleurde achtervleugel heeft. De spanwijdte van de vlinder bedraagt tussen de 10 en 13 millimeter. De soort komt verspreid voor over Europa
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie