gedenkplaat
  • ge·denk·plaat
enkelvoud meervoud
naamwoord gedenkplaat gedenkplaten
verkleinwoord gedenkplaatje gedenkplaatjes

de gedenkplaatv / m

  1. een plaquette die is gemaakt ter nagedachtenis aan mensen die zijn overleden of een gebeurtenis waarbij mensen zijn overleden
     We stonden voor de gedenkplaat die daar was aangebracht, zwegen een poosje en bogen eerbiedig ons hoofd tot we vonden dat het welletjes was, dat we onze plicht gedaan hadden.[2]
     Er is weliswaar in 1895 een koperen gedenkplaat aangebracht, maar die is in de loop der jaren verdwenen achter dik metselwerk. De aan de passage grenzende ruimte werd tot drie jaar geleden als kantoor gebruikt door de parlementariërs van Labour. Daarvoor was het een garderobe.[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Johan Harstad (vert. Edith Koenders en Paula Stevens)
    “Max, Mischa & het Tet-offensief” (2017), Podium  , ISBN 9789057598500
  3.   Weblink bron “Geheime doorgang ontdekt in Brits parlement” (27-02-2020), NOS