gedachtetrein
- ge·dach·te·trein
- samenstelling van gedachte en trein
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gedachtetrein | gedachtetreinen |
verkleinwoord | gedachtetreintje | gedachtetreintjes |
de gedachtetrein m
- gedachten die in een reeks steeds weer gevolgd worden door andere gedachten.
- Hij dacht in een gedachtetrein achtereenvolgens aan een auto, de trein, het station, de binnenstad en de markt.
- Het woord gedachtetrein staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.