gebruiksdoel
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: gebruiksdoel (hulp, bestand)
- IPA: / ɣəˈbrœyksdul / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- ge·bruiks·doel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gebruiksdoel | gebruiksdoelen |
verkleinwoord | gebruiksdoeltje | gebruiksdoeltjes |
Zelfstandig naamwoord
het gebruiksdoel o
- doel waarvoor iets gebruikt wordt of kan worden
Gangbaarheid
- Het woord gebruiksdoel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.