enkelvoud meervoud
zonder lidwoord met lidwoord zonder lidwoord met lidwoord
  gaz     le gaz     gaz     les gaz  

gaz m

  1. gas
    «L’air atmosphérique se compose principalement de deux gaz : le dioxygène et le diazote.»
    De lucht van de dampkring bestaat voornamelijk uit twee gassen: zuurstof en stikstof.
  2. (Canada) benzine
    «Le prix du gaz a encore augmenté.»
    De prijs van benzine is weer omhoog.


gaz m

  1. gas