gasfles
- gas·fles
- samenstelling van gas en fles [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gasfles | gasflessen |
verkleinwoord | gasflesje | gasflesjes |
- een metalen vat waarin een gas, gewoonlijk een mengsel van vloeibaar gemaakt propaan (lpg) en butaan, onder druk is opgeslagen
- Gasflessen worden zelden gebruikt om bommen van te maken. In 2010 probeerde een man in New York een gasfles te laten exploderen. Maar dat mislukte.[2]
- Het woord gasfles staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "gasfles" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ NRC Peter Vermaas 8 september 2016
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be