gasbek
- gas·bek
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gasbek | gasbekken |
verkleinwoord |
de gasbek m
- uiteinde van een gasbuis waar het gas kan verbranden
- Het woord gasbek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "gasbek" herkend door:
27 % | van de Nederlanders; |
60 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be