gargouille
- Geluid: gargouille (hulp, bestand)
- IPA: / ɡɑrˈɡujə / (3 lettergrepen)
- gar·gouil·le
- van Frans gargouille [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gargouille | gargouilles |
verkleinwoord | - | - |
- (bouwkunde) afvoeropening van een dakgoot die is uitgevoerd als een monsterlijke kop die het water lijkt uit te spuwen
- Als Afrika-beeld grijpt dit terug op de demonische gargouille, de waterspuwer met een drake- of monsterkop, op middeleeuwse bouwwerken. [2]
- Het woord gargouille staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "gargouille" herkend door:
54 % | van de Nederlanders; |
46 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ gargouille op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Nederveen Pieterse, J.Wit over zwart. Beelden van Afrika en zwarten in de westerse populaire cultuur. (1990) Koninklijk Instituut voor de Tropen, Amsterdam /Stichting Cosmic Illusion Productions, Amsterdam / NOVIB, Den Haag; ISBN 9068322222; p. 87; geraadpleegd 2019-07-08
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|
zonder lidwoord | met lidwoord | zonder lidwoord | met lidwoord |
gargouille | la gargouille | gargouilles | les gargouilles |
gargouille v