gambier
- gam·bier
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gambier | - |
verkleinwoord | - | - |
de gambier m
- (plantkunde) Uncaria gambir een plant uit de familie Rubiaceae uit Indonesië
- De gambier is een struik tot 3 meter hoog.
- (oenologie) een stof bereid uit het uitgekookte sap van [1] die gebruikt wordt bij het pruimen van betel, voor het toevoegen van tanninen aan wijn en het looien van leer
- Het uitgekookte sap wordt tot gambier verwerkt door er een soort koekjes van te maken en deze in de zon te drogen.
1. Uncaria gambir
2. stof
- Het woord 'gambier' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.