Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ga·lei
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘vaartuig, geroeid door gevangenen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1350 [1] [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord galei galeien
verkleinwoord galeitje galeitjes

Zelfstandig naamwoord

de galeiv / m

  1. (scheepvaart) een mede door roeiers aangedreven schip uit de oudheid en de middeleeuwen soms ook voorzien van (driehoek)zeilen als hulpmiddel om te varen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

85 % van de Nederlanders;
89 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen