gaafheid
- gaaf·heid
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gaafheid | gaafheden |
verkleinwoord |
de gaafheid v
- het mooi en zonder beschadiging zijn
- De gaafheid van de vondsten is bijzonder, maar dat geldt ook voor het gebied waar ze gevonden zijn, namelijk een hoogveengebied. [2]
- Alle panden zijn beoordeeld op vier criteria: architectonisch, cultuurhistorisch, stedenbouwkundig en gaafheid. Het enige pand in het centrum van Losser dat op al deze terreinen het maximum van drie sterren scoort, is het meer dan honderd jaar oude pand van slager Luijerink aan de Kerkstraat. „Dat had bijna een etage hoger ingeschaald kunnen worden. Als gemeentelijk monument”, stelt Mascha van Damme. „Het pand waar de slagerij in zit is nog heel gaaf, er is weinig aan verbouwd en het ligt goed in het zicht. Het heeft ook een mooie ronding.” [3]
- Het woord gaafheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "gaafheid" herkend door:
94 % | van de Nederlanders; |
92 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Tubantia 04-07-09 Vroomhoop veel ouder
- ↑ Tubantia René Beune 28-09-17 Karakteristieke panden in Losser voortaan niet zomaar gesloopt
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be