fuutkoeten
- Geluid: fuutkoeten (hulp, bestand)
- (IPA in voorbereiding)
- fuut·koe·ten
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | fuutkoeten | |
verkleinwoord |
de fuutkoeten mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord fuutkoet
- meervoudsvorm als officiële benaming (kraanvogelachtigen) Heliornithidae een kleine vogelfamilie die een aantal zwemvogels omvat die het midden lijken te houden tussen een fuut en een koet. Er zijn drie soorten, die in Afrika, Azië en Zuid-Amerika voorkomen. Gemeenschappelijke kenmerken zijn: een lange hals, korte poten met gelobde zwemvliezen en een stevig en dicht verenkleed
- Het woord 'fuutkoeten' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.