futurologisch
- fu·tu·ro·lo·gisch
- afgeleid van futurologie met het achtervoegsel -isch
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | futurologisch | futurologischer | |
verbogen | futurologische | futurologischere | |
partitief | futurologisch | futurologischers | - |
futurologisch
- betrekking hebbend op de futurologie (toekomstige ontwikkelingen)
- Het woord futurologisch staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.