frisbee
- fris·bee
- eponiem van Engels frisbee, van de merknaam "Frisbee" die verwijst naar een spelletje dat in 1957 populair was onder studenten van Yale University die daarbij gooiden met schaaltjes waarin Mrs. Frisbie's Pies haar gebak verpakte, in de betekenis van ‘werpschijf’ voor het eerst aangetroffen in 1971 [1] [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | frisbee | frisbees |
verkleinwoord | frisbeetje | frisbeetjes |
de frisbee m
- (speelgoed) plastic ronde schijf die je naar elkaar overgooit
- Frisbees zijn gewoonlijk uitgevoerd in plastic, hebben een diameter van ongeveer 20 tot 30 cm en een boord.
- ▸ Om het een beetje leuk te houden stopte ik er ook een extraatje in zoals marshmallows, M&M’s of een frisbee.[3]
-
1. Een rode frisbee.
-
1. Het vangen van een frisbee.
-
1. Het gooien van een frisbee.
-
1. Het gebaksschaaltje waaraan de frisbee zijn naam ontleent.
vervoeging van |
---|
frisbeeën |
frisbee
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van frisbeeën
- Ik frisbee.
- gebiedende wijs van frisbeeën
- Frisbee!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van frisbeeën
- Frisbee je?
- Het woord frisbee staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "frisbee" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ frisbee op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "frisbee" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be