• fri·lufts·bad

friluftsbad o

  1. buitenbad, openluchtbad, openluchtzwembad
    «Oslo har tre friluftsbad som er åpne for publikum.»
    Oslo heeft drie openluchtbaden die toegankelijk zijn voor het publiek.
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   friluftsbad     friluftsbadet     friluftsbad     friluftsbada,
friluftsbadene  
genitief   friluftsbads     friluftsbadets     friluftsbads     friluftsbadas,
friluftsbadenes  


  • fri·lufts·bad

friluftsbad o

  1. buitenbad, openluchtbad, openluchtzwembad
o enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   friluftsbad     friluftsbadet     friluftsbad     friluftsbada  
genitief                
bijvormen enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief               friluftsbadi  
genitief