frenologie
- Geluid: frenologie (hulp, bestand)
- fre·no·lo·gie
- In de betekenis van ‘beoordeling van karakter en geestelijke vermogens naar de vorm van de schedel’ voor het eerst aangetroffen in 1847 [1]
- afgeleid van het Griekse 'phrèn' (inborst) met het achtervoegsel -logie [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | frenologie | - |
verkleinwoord | - | - |
de frenologie v
- leer volgens welke men uit de vorm van de schedel het bezit van bepaalde eigenschappen zou kunnen afleiden
1.
- Het woord frenologie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "frenologie" herkend door:
58 % | van de Nederlanders; |
67 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "frenologie" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be