Fotomontage van een man op een ladder met zijn hoofd in de wolken

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • fo·to·mon·ta·ge
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord fotomontage fotomontages
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de fotomontagev

  1. (fotografie) afbeelding waarin meerdere fotografische opnamen of delen daarvan onopvallend tot één geheel zijn gecombineerd
     Fotograaf Lars van den Brink maakte deze fotomontage vrijdag, op de dag voor de verkoop. Hij stond op een van de galerijen en maakte meerdere foto’s van hoe de kostuums binnenkwamen. Die foto’s bewerkte hij vervolgens tot één beeld. Zo krijg je een indruk van de schaal.[2]
Verwante begrippen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron
    Thomas van Huut
    “Alles moet weg, ook het bijenkostuum” (2 februari 2018) op nrc.nl