fotokopie
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- fo·to·ko·pie
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘fotografisch vervaardigde kopie’ voor het eerst aangetroffen in 1946 [1]
- afgeleid van kopie met het voorvoegsel foto- [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | fotokopie | fotokopieën |
verkleinwoord | fotokopietje | fotokopietjes |
Zelfstandig naamwoord
de fotokopie v
- fotografisch gemaakte kopie
- Ik maak erg vaak fotokopieën voor mijn werk.
Schrijfwijzen
- fotocopie (verouderd)
Vertalingen
1. een fotografisch gemaakte kopie
Gangbaarheid
- Het woord fotokopie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "fotokopie" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "fotokopie" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ fotokopie op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Tsjechisch
Zelfstandig naamwoord
fotokopie v