Nederlands

 
forteiland
Uitspraak
Woordafbreking
  • fort·ei·land
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord forteiland forteilanden
verkleinwoord forteilandje forteilandjes

Zelfstandig naamwoord

het forteilando

  1. (militair) een eiland waarop een fort is gebouwd
     Het zijn in totaal tien zegels. Alleen de Van Nellefabriek in Rotterdam ontbreekt. Unesco verklaarde het gebouw afgelopen juni tot werelderfgoed, maar toen werden de postzegels al gedrukt. De Stelling van Amsterdam is daarom twee keer afgebeeld, zowel het fort bij Spijkerboor als forteiland Pampus.[1]
     Het forteiland Pampus wordt weer een onbewoond eiland. Vanwege financiële problemen heeft de stichting die het eiland beheert ontslag aangevraagd voor de twee fortwachters Kris van de Voorde en Maartje Terwindt.[2]


Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Werelderfgoed op een postzegel” (Dinsdag 12 augustus 2014, 17:01), NOS
  2.   Weblink bron “Ontslag voor fortwachters Pampus” (Zaterdag 26 oktober 2013, 14:28), NOS