formiddag
- for·mid·dag
Naar frequentie | 10535 |
---|
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | formiddag | formiddagen | formiddager | formiddagene |
genitief | formiddags | formiddagens | formiddagers | formiddagenes |
formiddag m
- (tijdrekening) morgen, ochtend
- «Lørdag formiddag byr de på gratiskonsert i Drøbak kirke.»
- Zaterdagmorgen bieden ze een gratis concert in de kerk van Drøbak.
- «Lørdag formiddag byr de på gratiskonsert i Drøbak kirke.»
- for·mid·dag
- Afleiding van het Nynorske zelfstandige naamwoord dag met het voorvoegsel for- en met het voorvoegsel mid-
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | formiddag | formiddagen | formiddagar | formiddagane |
formiddag m
- (tijdrekening) morgen, ochtend
- «Vêrvarsling: Om formiddagen skya og enkelte regnbyger med vestleg bris.»
- Weersvoorspelling: In de ochtend bewolkt en enkele regenbuien met westelijke wind.
- «Vêrvarsling: Om formiddagen skya og enkelte regnbyger med vestleg bris.»