fluitspeler
- Geluid: fluitspeler (hulp, bestand)
- fluit·spe·ler
- samenstelling van fluit en speler
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | fluitspeler | fluitspelers |
verkleinwoord | fluitspelertje | fluitspelertjes |
de fluitspeler m
- (muziek) (beroep) iemand die op de fluit speelt
- Een bekende Satyr of Silene is Marsyas, een begaafd fluitspeler en onderwijzer van muziek.
- Het woord fluitspeler staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.