Nederlands

 
fileren met een fileermes
Uitspraak
Woordafbreking
  • fi·leer·mes
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord fileermes fileermessen
verkleinwoord fileermesje fileermesjes

Zelfstandig naamwoord

het fileermeso

  1. (kookkunst) een mes met een lang, dun lemmet geschikt voor het verwijderen van de graten van een vis en het in dunne plakken snijden van vlees
    • Ik vroeg de visboer of meer mensen dat hebben, zo'n acute zin in zalm. 'Zo gauw het eerste lentezonnetje verschijnt meneer, dan krijg ik de zalm haast niet aangesleept', was zijn antwoord, terwijl zijn fileermes door het roze vlees gleed.[1] 
  2. (figuurlijk) de scherpe blik waarmee je zaken tot op het bot uitzoekt totdat de ware aard ontdekt is
    • Muzikaal is Sadko een praalzieke staalkaart, met exuberante tempowisselingen, flemerige ballades en goedkope folklore. En stomende koorscènes natuurlijk, de specialiteit van Opera Vlaanderen. Dat kan gevaarlijk pompeus worden, denk je dan. Maar dirigent Dmitri Jurowski scherpt zijn fileermes om er ook de bedwelmende finesses van naar boven te halen. Hij is onbetwist de man van de avond.[2] 
    • VVD, CDA en D66 keken gisteren tevreden toe hoe Asscher in het debat over de mislukte formatiepoging zijn fileermes tevoorschijn haalde. Vraag na vraag zorgde hij voor hachelijke minuten bij Klaver. ,,Uw principiële ondergrens verspringt steeds’’, concludeerde de PvdA-leider. ,,U vindt gewoon dat je mensen ook niet naar veilige landen mag terugsturen.”[3] 
Vertalingen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

  1. Volkskrant Marcus Huibers 7 april 2016
  2. de Standaard 22 JUNI 2017
  3. Tubantia Laurens Kok 14-JUNI-2017
  4.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be