fietstunnel
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: fietstunnel (hulp, bestand)
Woordafbreking
- fiets·tun·nel
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van fiets en tunnel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | fietstunnel | fietstunnels |
verkleinwoord | fietstunneltje | fietstunneltjes |
Zelfstandig naamwoord
de fietstunnel m
- (verkeer) een tunnel die uitsluitend bestemd is voor fietsers en voetgangers
Synoniemen
Verwante begrippen
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord fietstunnel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.