feminisatie
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: feminisatie (hulp, bestand)
- IPA: / ˌfeminiˈsa(t)si / (5 lettergrepen)
Woordafbreking
- fe·mi·ni·sa·tie
Woordherkomst en -opbouw
- naamwoord van handeling van feminiseren met het achtervoegsel -atie, mogelijk leenvertaling van Engels feminization of Frans féminisation [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | feminisatie | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de feminisatie v
- ontwikkeling waarbij vrouwen of vrouwelijke eigenschappen een steeds grotere rol gaan spelen
- Minder dan één op de vijf leraren in het Nederlandse basisonderwijs is man, blijkt uit cijfers. Zorgelijk, vindt Lamers. „Het is goed voor de pedagogische ontwikkeling van kinderen als ze op de basisschool met zowel een vrouwelijk als een mannelijk rolmodel worden geconfronteerd. (…)” Het ministerie van Onderwijs steunt Lamers, oud-onderwijswethouder in Rotterdam, in de opvatting dat de feminisatie van het onderwijs een halt moet worden toegeroepen. [2]
- Verduidelijkt wordt dit nog, wanneer men let op de feminisatie, de vervrouwelijking, die door het niet-arbeiden bij mannen optreedt. [3]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord feminisatie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Hoogstad, M.Weer een beetje stevigheid voor de klas (29 december 2011) op website: nrc.nl; geraadpleegd 2018-02-22
- ↑ Buytendijk, F.J.J.De vrouw. Haar natuur, verschijning en bestaan. (1951) Het Spectrum, Utrecht / Brussel; p. 292; geraadpleegd 2018-02-22