• fe·mi·ni·se·ring
enkelvoud meervoud
naamwoord feminisering feminiseringen
verkleinwoord

de feminiseringv

  1. toename van vrouwen en het vrouwelijke in een samenleving
     250 van de 500 borden bij oversteekplaatsen zijn aangepast. Genève is ook bezig met de 'feminisering' van straatnamen.[1]
     Edith van Eck, senior onderzoeker aan het Kohnstamm Instituut, wijt het gebrek aan mannen op de basisschool vooral aan de feminisering van het basisonderwijs. "Tijdens hun stageperiode schrikken veel jongens van het aantal vrouwen dat ze op scholen aantreffen", zegt ze. Ze maken hun studie dan nog wel af, maar kiezen daarna niet voor een baan in het onderwijs.[2]
     In Nederland is 52 procent van de rechters vrouw. In het familierecht is dit percentage nog hoger. Onder rechters in opleiding zijn vrouwen veruit in de meerderheid. Minder dan een kwart is man (raad voor de rechtspraak). Ook de vrouwelijke artsen zijn in opkomst. In 2000 was nog 26% van de huisartsen en specialisten vrouw. Op dit moment is dat 33% en in 2025 zal dit zijn toegenomen tot 55%. Twee op de 3 geneeskunde studenten is vrouw. Om rekening te houden met de 'feminisering' moeten er 6% meer artsen komen. Dit omdat vrouwen vaker deeltijd werken. Ondanks dat vrouwen vaker arts zijn, is het aandeel van vrouwen in de top nog erg laag: 6-14%. In de raden van bestuur is slechts 7% vrouw.[3]


  1.   Weblink bron “Genève vervangt helft van mannelijke borden bij zebrapad” (Vrijdag 17 januari 2020, 04:37), NOS
  2.   Weblink bron “Waarom gaat de meester niet lesgeven?” (Woensdag 5 oktober 2016, 15:58), NOS
  3.   Weblink bron “Jongens leggen het af tegen meisjes” (Zaterdag 21 mei 2011, 12:50), NOS