Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • fat·soens·re·gel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord fatsoensregel fatsoensregels
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de fatsoensregelm

  1. traditionele informele norm voor passend gedrag in een samenleving
     Mevrouw Lakbiach schrijft dat een niqaab haar een gevoel van vrijheid geeft. Maar vergelijk het eens met naaktlopen. Voor naturisten geeft dat ook een gevoel van vrijheid, maar de meeste Nederlanders vinden dat niet overal acceptabel en dan wordt het een fatsoensregel.[1]
     Maar voor die ouderen die menen ontheven te zijn van de fatsoensregels waar de rest van de samenleving geacht wordt zich aan te houden, kost het mij bijzonder veel moeite om meer respect op te brengen dan voor die overlastgevende jongeren waar de kranten bol van staan.[2]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    Jeanine Schreurs
    “'Alsof ik m’n handen niet thuis kan houden' : Gelijke monniken, gelijke kappen” (22 december 2015) op nrc.nl
  2.   Weblink bron
    Suzanne van den Eynden
    “Kassa vrij? Het is de oudere die voordringt” (24 juni 2009) op nrc.nl