fancard
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- fan·card
Woordherkomst en -opbouw
- Samenstelling van fan (Engels: liefhebber) en card
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | fancard | fancards |
verkleinwoord | fancardje | fancardjes |
Zelfstandig naamwoord
de fancard m
- identiteitsbewijs voor supporters in België van een voetbalclub die men nodig heeft om kaarten voor voetbalwedstrijden te kunnen kopen. De fancard van een hooligan kan worden ingetrokken
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'fancard' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.