Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • club·card
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord clubcard clubcards
verkleinwoord clubcardje clubcardjes

Zelfstandig naamwoord

de clubcardm

  1. identiteitsbewijs voor supporters van een voetbalclub die men nodig heeft om kaarten voor voetbalwedstrijden te kunnen kopen. De clubcard van een hooligan kan worden ingetrokken
Synoniemen

Gangbaarheid

94 % van de Nederlanders;
79 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be