familietak
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: familietak (hulp, bestand)
- IPA: / faˈmiliˌtɑk / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- fa·mi·lie·tak
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van familie zn en tak zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | familietak | familietakken |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de familietak m
- deel van een familie dat een bepaalde gemeenschappelijke voorouder heeft
- ▸ Toevalligerwijs kwam ik tijdens het schrijven in contact met mijn achterneef Jelle Brouwer, afkomstig uit dezelfde familietak (zijn oma en de mijne waren zussen). Hij was een stamboom aan het maken van onze familie.[1]
- ▸ Cabaretier Jochem Myjer ging voor het televisieprogramma Verborgen Verleden op zoek naar zijn voorouders en tijdens de opnames daarvan overleed zijn honderdjarige oma. Hij raakt zichtbaar ontroerd als hij het over zijn oma heeft. „Mijn oma overleed precies op het moment dat ik haar familietak aan het uitspitten was.”[2]
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord familietak staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Carla de Jong“Geheim leven” (2019), Ambo Anthos, ISBN 9789026346132
- ↑ Weblink bron Graziella Gioia“Jochem Myjer ontroerd door sterven oma tijdens opnames” (11-01-2017), Tubantia