falafel
- fa·la·fel
- Leenwoord uit het Arabisch, in de betekenis van ‘gerecht van gefrituurde erwtjes, uien en kruiden’ voor het eerst aangetroffen in 1989 [1]
- Herkomst: Arabisch, van فلافل) [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | falafel | falafels |
verkleinwoord | - | - |
- (Jiddisch-Hebreeuws) (voeding) van oorsprong Libanees vegetarisch gerecht van fijngemaakte, tot balletjes gedraaide en vervolgens gefrituurde (gemalen) kikkererwten en/of tuinbonen, uien en kruiden, gewoonlijk in een broodje
- Het woord falafel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "falafel" herkend door:
88 % | van de Nederlanders; |
84 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "falafel" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Stichting Hebreeuwse en Jiddisje woorden in het Nederlands
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be