fakenieuws

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  fakenieuws    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• fake·nieuws

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  fake zn  en  nieuws zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	fakenieuws
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het fakenieuws o

1. bewust verspreid onwaar nieuws om de mening van iemand te manipuleren

   ▸ Fakenieuws tijdens de oorlog in Oekraïne

   ▸ Rijxman denkt dat dit nodig is, omdat er op internet veel fakenieuws rondgaat, of het nou gaat over corona of het klimaat. "Wij proberen het nieuws van alle kanten te brengen en erop toe te zien dat wat we vertellen ook klopt. Zelfs als we het nog niet weten, want dan zeggen we dat we het nog niet weten."

Synoniemen

• nepnieuws

Gangbaarheid

• Het woord 'fakenieuws' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.