De keren dat ik op de ezelsbank zat, waren niet te tellen. De doodse stiltes in de klas omdat ze me onder mijn voeten gaven. De rest van de klas daarentegen leek altijd precies te snappen wanneer niks en wanneer alles mocht. [2]
(verouderd) plaats waar de domste leerlingen van de klas moeten zitten
(figuurlijk) plaats voor iets of iemand die slecht presteert
Kadosh, waarin een vrouw aan het juk van de joodse orthodoxie probeert te ontsnappen, was een paar jaar geleden de revelatie van Cannes. Eden kreeg een plaatsje op het jongste festival van Venetië, maar werd er prompt naar de ezelsbank verwezen. De titel verwijst naar de binationale staat die aanvankelijk zowel de joden als de Arabieren zou huisvesten. Die staat zou tot een soort paradijs in het Midden-Oosten uitgroeien. Dat was in de jaren dertig ook de droom van de joodse filosoof Martin Buber. [3]