Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ezels·bank
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord ezelsbank ezelsbanken
verkleinwoord ezelsbankje ezelsbankjes

Zelfstandig naamwoord

de ezelsbankv / m

  1. strafbank op school
    • De keren dat ik op de ezelsbank zat, waren niet te tellen. De doodse stiltes in de klas omdat ze me onder mijn voeten gaven. De rest van de klas daarentegen leek altijd precies te snappen wanneer niks en wanneer alles mocht. [2] 
  2. (verouderd) plaats waar de domste leerlingen van de klas moeten zitten
  3. (figuurlijk) plaats voor iets of iemand die slecht presteert
    • Kadosh, waarin een vrouw aan het juk van de joodse orthodoxie probeert te ontsnappen, was een paar jaar geleden de revelatie van Cannes. Eden kreeg een plaatsje op het jongste festival van Venetië, maar werd er prompt naar de ezelsbank verwezen. De titel verwijst naar de binationale staat die aanvankelijk zowel de joden als de Arabieren zou huisvesten. Die staat zou tot een soort paradijs in het Midden-Oosten uitgroeien. Dat was in de jaren dertig ook de droom van de joodse filosoof Martin Buber. [3] 
Synoniemen

Gangbaarheid

55 % van de Nederlanders;
84 % van de Vlamingen.[4]


Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. De Standaard Els Beerten 24 DECEMBER 2009 Recht de wildernis in
  3. De Standaard 20 FEBRUARI 2002 (raf) EDEN. Verloren paradijs
  4.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be