exportovat
- IPA: /ɛkspɔrtɔvat/
- ex·por·to·vat
exportovat imperfectief / perfectief
enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|
eerste persoon | exportuji (exportuju) | exportujeme | |
tweede persoon | informeel | exportuješ | exportujete |
formeel | exportujete | ||
derde persoon | exportuje | exportují (exportujou) |
- Oude schrijfwijze: exportovati imperfectief / perfectief